Elke dag gebeuren er 13 ongevallen met gewonden, veroorzaakt door het niet correct naleven van de voorrangsregels. Dat blijkt uit de jongste cijfers van onderzoekscentrum Vias, dat de verkeersdata van 2018 in kaart bracht. Jaarlijks gaat het om meer dan 6.000 gewonden en liefst 49 doden. Opgepast: doorgaans is het niet verlenen van voorrang slechts een van de oorzaken van het ongeval. Vaak spelen er ook andere factoren, zoals afleiding door het gebruik van de smartphone, overdreven snelheid of dronkenschap.
“De kennis van de essentiële voorrangsregels is niet optimaal”, zegt Vias-woordvoerder Stef Willems. “Niet bij de automobilisten en niet bij kwetsbare weggebruikers, zoals voetgangers en fietsers.” De meeste ongevallen waarbij de voorrangsregels niet juist geïnterpreteerd werden, gebeuren tussen automobilisten en fietsers. Uit het cijfermateriaal van Vias kan niet opgemaakt worden wie in de fout ging. Wel wat de meest voorkomende fout is: een heleboel weggebruikers denken nog steeds dat een bestuurder de voorrang van rechts verliest zodra die gestopt is. Onterecht, want die regel werd in 2007 geschrapt.
Vlaanderen reageert
Die onduidelijkheid rond wie nu voorrang heeft op wie, heeft een heleboel Vlaamse gemeentes geïnspireerd tot het bannen van de voorrang van rechts. In onder meer Lede, Lubbeek, Gooik, Wervik, Tielt-Winge, Bekkevoort, Linter, Geel en Dilbeek heeft het gemeentebestuur vorig jaar reeds beslist om verkeersborden te zetten bij elk kruispunt, zodat de situatie zo duidelijk mogelijk is en waardoor het risico op ongevallen vermindert. Met succes. Zo noteerde het Vlaams-Brabantse Glabbeek een daling van 50% op amper 6 maanden tijd, weliswaar in combinatie met het verlagen van de snelheid.
Vooralsnog is er geen draagvlak om de voorrang van rechts uit de Belgische wegcode te schrappen. Omdat het plaatsen van verkeersborden goedkoper zou zijn dan de huidige verkeerssituatie volledig om te gooien. In andere Europese landen wordt de voorrang van rechts veel minder vaak gebruikt.